Heeft het zin om je hond te castreren?

Castratie van de reu wordt vaak toegepast door hondeneigenaars vaak omdat men denkt dat dit het gedrag van de honden op een goede manier beïnvloedt. Bij gedragsproblemen en dan vooral bij agressie wordt castratie nog steeds aangeraden door veel dierenartsen en hondentrainers. De meeste hondeneigenaars denken dan ook dat dit geen nadelen met zich meebrengt.  Maar heeft dit wel een goede invloed op gedrag? En zijn er echt geen lichamelijke nadelen? Meer en onderzoek wijst er nu op dat dit niet het geval is.

Wat doet testosteron en castratie?

Hormonale veranderingen bij castratie

Bij een intacte hond produceert de hypothalamus (een regio in de hersenen die heel wat vitale functies in het lichaam aanstuurt ) GnRh. Dit hormoon zet de hypofyse aan tot de productie van luteïniserend hormoon (LH) en follikel stimulerend hormoon (FSH) die op hun beurt de teelballen aanzetten tot de productie van testosteron en spermacellen. Om te vermijden dat er teveel testosteron aangemaakt wordt in het lichaam gaat de hypothalamus minder Gnrh produceren bij hoge concentratie van testosteron in het bloed. Deze negatieve feedback zorgt dus voor een evenwicht.

Na castratie kan een reu geen testosteron meer produceren in de teelballen want die zijn verwijdert. Wel wordt er nog een kleine hoeveelheid geproduceerd in de bijnier. Maar een grote daling van testosteron bij castratie is niet het enige wat gebeurt. Door één hormoon te veranderen beïnvloed je helaas ook andere hormonen en zelfs neurotransmitters. Door het wegvallen van de negatieve feedback op de hypothalamus produceert deze meer GnRh wat de hypofyse aanzet tot hogere gehaltes van LH en FSH. Van LH weten we dat dit niet enkel invloed heeft op de productie van testosteron maar ook op huid, beenderen en spieren. Ook hongergevoel staat onder invloed van LH. Meer en meer onderzoek wijst erop dat deze hoge concentratie van LH nadelen voor de gezondheid van je hond kan hebben.

Is testosteron het agressiehormoon?

Testosteron heeft zeker een invloed op agressie maar is niet het enige stofje die een invloed heeft. Ook oxytocine, vasopressine, dopamine, serotonine, substance P en andere spelen een rol bij agressie. De samenwerking tussen al die stoffen bij agressie is complex en verschilt ook naargelang de soort agressie.

Testosteron is vooral belangrijk bij de voortplanting en maakt dat mannelijke dieren competitiever zijn. Agressie dient hier vooral om vrouwelijke partners of zaken die hiervoor belangrijk zijn zoals bijvoorbeeld territorium te verkrijgen. Dit maakt dat mannelijke dieren in het algemeen “opdringeriger” zijn omdat ze zo nu eenmaal meer kans maken om zich voort te planten. Testosteron gaat maken dat reuen:

  • Sneller reageren op prikkels
  • Heviger en intenser reageren
  • Langer reageren
  • Minder snel rustig worden na een reactie

Maar dat wil niet zeggen dat testosteron de oorzaak is van alle agressie. Ik maak dikwijls de vergelijking met een radio. Testosteron is de volumeknop maar niet altijd de aan/uit knop. Andere oorzaken zoals bijvoorbeeld angst zetten een bepaalde vorm van agressie aan. Testosteron zorgt enkel voor een heviger reactie maar is daarom niet de oorzaak.

Castratie zal dus niet de magische ingreep zijn die maakt dat je hond niet meer zal bijten. Meer nog de agressie kan juist toenemen in bepaalde vormen van agressie.

Testosteron en het angstcentrum.

Testosteron heeft ook een complexe invloed op de amygdala of het angstcentrum. Sommige soorten angst verminderen maar andere gaan net erger worden wanneer je testosteron wegneemt. Bovendien is testosteron nodig voor een normale ontwikkeling van je amygdala. Vroeg castratie maakt je hond gevoeliger voor meerdere angststoornissen.

Leeftijd van castratie.

De leeftijd waarop je je hond laat castreren heeft ook invloed. Testosteron speelt een belangrijke rol tijdens de puberteit van jonge honden en heeft een invloed op verschillende systemen van het lichaam. Op late leeftijd castreren is dus beter om de  gezondheidsproblemen waar castratie net een hogere kans op geeft te vermijden. Het zou honden ook minder angstig maken op latere leeftijd en hen ook beter te laten omgaan met stress.

Invloed van ras

Onderzoek toont ook aan dat voor ieder ras zijn de risico’s en voordelen anders. Algemeen kan je wel stellen dat kleine rassen al tussen 6 maand en 1 jaar kunnen gecastreerd worden terwijl je bij grote rassen beter wacht tot na 2 jaar. Bij sommige heel grote rassen is het zelfs aan te raden net niet te castreren omdat de voordelen niet opwegen tegen de risico’s. Maar hier is zeker meer onderzoek nodig om te weten te komen bij welke rassen de voor- en nadelen zijn van castratie.

Castratie en gezondheid

Castreren heeft bij een reu minder positieve effecten op gezondheid dan bij sterilisatie van een teef. Prostaatproblemen, circumanaalklier tumoren en natuurlijk teelbalkanker komen minder of niet voor bij een gecastreerde reu. Maar door het continue hogere gehalte van LH zien we dat dan weer dat bepaalde gevaarlijke huidtumoren en botkankers bij gecastreerde reuen vaker voorkomen. Ook heupdysplasie en kruisbandletsel komen bij castratie meer voor.

Weeg je dus de voordelen af t.o.v. de nadelen dan kan het zijn dat castreren juist slechter is voor de gezondheid van je hond. Castratie kan zelfs maken dat je hond minder lang leeft omdat hij meer kans maakt op bepaalde kwaadaardige tumoren.

Castratie verandert ook de cyclus van de vacht waardoor deze meer een puppy-achtig uitzicht krijgt met meer dikke ondervacht en minder glanzen. Op zich is dit geen gezondheidsprobleem en eerder een schoonheidsprobleem maar dit is ook één van de veranderingen door castratie die dikwijls niet door dierenartsen worden vermeld.

Invloed van castratie op het gedrag van je hond

Markeren of pootje opheffen

Bijna alle reuen gaan tijdens de puberteit beginnen met overal hun pootje op te heffen om te markeren. Dit is het nu enige gedrag waar je met enige zekerheid kan van zeggen dat castreren zal helpen. Castratie maakt dat een reu minder of niet zijn pootje opheft. Hoe vroeger de castratie hoe beter maar ook bij oudere honden vermindert castratie meestal het markeren. Maar hou er rekening mee dat je zelfs na de castratie af en toe zijn poot opheft.

Obesitas en agressie bij eten

Iedereen weet wel dat castratie een belangrijke oorzaak is van obesitas met daarmee samenhangende gezondheidsproblemen. Dit is niet enkel omdat het metabolisme verandert. Testosteron is nu eenmaal spieropbouwend en vet verbrandend. Maar het wegnemen van testosteron met verhoogd LH heeft ook een invloed op de hongerhormonen. Gecastreerde honden hebben meer honger dan intacte honden.

Heeft je hond nu een voedsel gerelateerd probleem zoals agressie rond eten of stelen van eten dan kan het zijn dat castratie dit probleem verergert omdat je hond voedsel nu net nog waardevoller gaat inschatten. Dus hier kan castratie net het omgekeerde doen van wat je verwacht.

Agressie

Tussen reuen

Hier vinden een aantal onderzoeken wel een verbetering maar andere ook weer niet. Waarschijnlijk helpt dit alleen als er competitie is tussen reuen om teefjes. Logisch want testosteron speelt een sleutelrol in de voortplanting. Met castratie neem je de hormonale oorzaak van competitie in verband met voortplanting weg en dit kan maken dat agressie tussen reuen verdwijnt. Maar agressie heeft vele oorzaken dus ook hier kan castratie ook weer helemaal niet helpen.

Naar andere honden en mensen

Hier spreken verschillende onderzoeken elkaar tegen maar de oorzaken van agressie zijn complex en zeer verschillend naargelang de context. Het is dan ook moeilijk om verschillende onderzoeken met elkaar te vergelijken omdat die telkens van elkaar verschillen in hoe ze het onderzoek juist deden. Sommige maar dan  vooral oudere onderzoeken vinden wel een verbetering naar agressie. Andere vinden dan weer geen effect van castratie op agressie wat toch spijtig is als je verwacht dat dit zou verminderen.

Meer recente onderzoeken vinden net wel een verhoging van agressie. Dit komt misschien omdat deze recente onderzoeken ook meer aandacht hebben besteed aan hun studieopzet en welke honden ze toelieten in hun onderzoek. Zo werden honden die gecastreerd werden omwille van agressie uitgesloten omdat dit natuurlijk de resultaten kan beïnvloeden. Zo vond een onderzoek uit 2018  dat gecastreerde reuen (en trouwens ook gesteriliseerde teven) ongeveer 30% meer agressie vertoonden t.o.v. intacte honden. Dit wil dus zeggen dat je een ingreep doet waarvan je verwacht dat dit het probleem minstens zou verbeteren maar dat je een kans hebt dat dit net het tegenovergestelde doet. Castratie is doe je hier dus beter niet zomaar.

Angst

Ook hier vinden enkele recente onderzoeken dat honden  meer kans op angst hadden in allerlei situaties na castratie. Zo zijn gecastreerde honden gevoeliger voor geluiden en hebben ze ook meer schrik bij aanraken door mensen. Maar de leeftijd waarop gecastreerd is speelt een rol. Hoe jonger de hond was bij castratie hoe hoger de kans op angst. Testosteron is dus blijkbaar nodig voor een normale ontwikkeling van de reu.

Excitatie en druk gedrag

Dit is ook een belangrijke reden om reuen te castreren en hier bevestigt onderzoek dat honden na castratie minder energiek zijn. Maar hier speelt de leeftijd van castratie wellicht een rol. De meeste honden worden op jonge leeftijd en dus tijdens de puberteit gecastreerd. Dit is een periode dat veel honden sowieso veel meer wild en druk gedrag vertonen. Veel niet-gecastreerde honden worden na hun puberteit op volwassen leeftijd dan ook uit zichzelf kalmer. Kalmer zijn lijkt dus meer gerelateerd met leeftijd dan met de castratie zelf.

Cognitief dysfunction syndroom of dementie

Twee onderzoeken vinden dat gecastreerde reuen sneller mentaal achteruitgaan. Ze zijn dus gevoeliger voor het cognitief dysfunction syndroom bij honden wat overeenkomt met dementie bij mensen.

Zijn er alternatieven voor castratie?

Sterilisatie i.p.v. castratie

Bij sterilisatie wordt enkel de zaadleider doorgeknipt en is je hond dus onvruchtbaar. Je hond blijft hormonaal intact. Hij kan dus niet meer (ongewenst) pups verwekken maar je moet er rekening mee houden dat hij wel nog altijd seksuele lust zal hebben. Een loopse teef zal hij dus nog altijd willen dekken.

Dit kan voor asielen een alternatief zijn om de over populatie van honden toch te beperken zonder onbedoeld bepaalde gedragsproblemen te veroorzaken. Want problemen met gedrag zijn net een grote reden waarom honden nu net in een asiel terechtkomen.

Chemische castratie

Twijfel je of je hond toch niet beter af is met wat minder testosteron laat hem dan zeker eerst chemisch castreren. Bij chemische castratie gaat men een staafje onderhuids inplanten waardoor je hond tijdelijk geen testosteron meer aanmaakt. Dit is na enkele maanden vanzelf uitgewerkt. Gedraagt je hond zich beter kan je hem eventueel definitief castreren. Heeft de chemische castratie geen effect of wordt zijn gedrag slechter dan moet je gewoon wachter tot de chemische castratie uitgewerkt is.

Samenvatting

Er is geen algemene richtlijn te geven voor castratie. Al dan niet castreren is maatwerk en verschillend voor elke hond. Advies voor de ene hond kan zeker verschillen voor een andere hond naargelang de situatie.

  • Castreer zeker niet te vroeg want testosteron is nodig voor een normale ontwikkeling in de puberteit.
  • Vraag advies bij de dierenarts over de voor- en nadelen bij jouw ras.
  • Castratie kan net een hogere kans geven op bepaalde aandoeningen zoals bot- en huidtumoren en kruisbandruptuur.
  • Voor veel gedragsproblemen lijkt de tendens dat castratie eerder nadelig is en niet automatisch voor verbetering zal zorgen. Agressie kan net verergeren. Dit gaat in tegen het vroeger gegeven advies dat castratie helpt bij allerlei gedragsproblemen.
  • Doe dus zeker eerst een chemische castratie als je niet zeker bent wat het effect zal zijn.
  • Voor geboortebeperking kan je ook steriliseren in plaats van castreren. Steriliseren maakt je hond onvruchtbaar maar het heeft geen invloed op testosteron.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *